Het college van Bergen heeft besloten de voormalige vuilstort aan de Oosterdijk te saneren. De locatie is door stortingen in het verleden verontreinigd en daardoor
is ook het grondwater vervuild geraakt.
Diverse soorten afval
Het terrein aan de Oosterdijk heeft van 1968 tot 1974 dienst gedaan als vuilstortplaats voor de gemeenten in de regio. In vier voormalige zandwinputten van zes meter diep zijn diverse soorten vervuild afval gestort. De putten zijn daarna afgedekt met een laag grond.
Waarom saneren?
De sanering is noodzakelijk omdat de laag grond die de voormalige vuilstort afdekt, op sommige plekken niet dik genoeg is. Daarnaast sijpelt vervuiling door naar het grondwater.
Wat houdt de sanering in?
De sanering houdt in dat de vier voormalige afvalputten volgens voorschriften van de provincie worden afgedekt met een schone laag grond van minimaal een halve meter. Deze grond is afkomstig uit andere projecten binnen de gemeente. Daarnaast wordt de grondwaterverontreiniging aangepakt, zodat de vervuiling zich niet verder meer kan verspreiden.
Duurzame oplossing
Het is geen optie om al het vuil uit de grond te halen en af te voeren. “Dat kost vele miljoenen euro’s, terwijl we op deze manier een stabiele situatie kunnen creëren. Dit is de meest economische en duurzame oplossing”, aldus wethouder Peter van Huissteden. Na de sanering kan de locatie weer in gebruik worden genomen als weiland en kunnen er koeien en schapen grazen.
Planning
Het streven is dat de sanering nog dit voorjaar start. Het saneringsplan ligt nu ter goedkeuring bij de provincie. Met de provincie wordt nog overlegd wat de beste aanpak voor de grondwaterverontreiniging is. De werkzaamheden, die gefaseerd worden uitgevoerd, nemen vermoedelijk vijf jaar in beslag.